Rotterdam-Zuid Lezing 1.1

Afgelopen mei werd voor de 25ste keer de zogenaamde Rotterdam-lezing
verzorgd. De Rotterdam-lezing is het cadeau van de Erasmus Universiteit
aan de stad. Tijdens de Rotterdam-lezing krijgen prominente hoogleraren
van de Erasmus Universiteit een prachtig podium in het centrum van de
stad om hun—voor Rotterdam relevante— onderzoek te presenteren.

Maar wat als we de rollen eens omdraaien?

Op 18 september, tijdens de After Summer School van het Nieuwe Instituut, spraken we de eerste Rotterdam-Zuid Lezing uit. De Rotterdam-Zuid lezing 1.1 is het cadeau van de Rotterdam Zuid aan de Universiteit en beleidsmakers van de stad.

De Rotterdam-Zuid Lezing 1.1 draait de rollen om:

Niet één briljante geest, maar collectieve verbeeldingskracht

Niet “de stad” als toeschouwer, maar als medebeslisser

Niet Zuid als probleemgebied, maar als bron van kennis en kracht

“Wij zijn geen doelgroep. Wij zijn mensen met verhalen, met kennis, zeggenschap en zelfbeschikking.”

Rotterdam-Zuid: financieel kwetsbaar gemaakt, maar sterk in liefde, betrokkenheid, talent en veerkracht. Een gemeenschap die weigert gereduceerd te worden tot statistieken.
De vraag aan onderzoekers, beleidsmakers en instituties: zijn jullie bereid om niet alleen te onderzoeken, maar ook onderzocht te worden? Om niet alleen vragen te stellen, maar ook antwoord te geven?

Het is tijd voor radicale gelijkwaardigheid. Voor kennis die ontstaat in ontmoeting, niet in afzondering.

De Rotterdam-Zuid Lezing 1.1. werd geschreven door Mustapha Eaisiouiyen, Sarah Ghede, Vanessa Umboh, Joshua van den Ham, Sherida Patra en Annet van Otterloo van het Coöperatieve Consultancy Buro (Afrikaanderwijk Coöperatie) en Jiska Engelbert (EUR) i.s.m. Janneke Absil


Afgelopen mei werd voor de 25ste keer de zogenaamde Rotterdam-lezing verzorgd. De Rotterdam-lezing is het cadeau van de Erasmus Universiteit aan de stad. Tijdens de Rotterdam-lezing krijgen prominente hoogleraren van de Erasmus Universiteit een prachtig podium in het centrum van de stad om hun—voor Rotterdam relevante— onderzoek te presenteren. Over veel is het gegaan de afgelopen jaren: Over liefde voor de stad, over multiculturalisme, over armoede, over digitalisering, over duurzaamheid, over burgerinitiatieven, en over brede welvaart. Het is een enorme eer wanneer je daar als hoogleraar voor wordt gevraagd. En jaarlijks is die lezing altijd een prachtige happening die veel mensen van “buiten de universiteit” op de been brengt.
Toch wringt het één en ander. Zoals de vanzelfsprekendheid waarmee hoogleraren op de EUR de Rotterdam-lezing houden. Dat het blijkbaar in eerste instantie wetenschappers zijn die met kennis en kunde naar de stad mogen kijken. Dat zo’n lezing een product is dat voortkomt uit één briljante geest. Dat de denkkracht van die briljante geest zó bijzonder is dat het als cadeau aan de stad kan worden beschouwd. En dat een lezing een voordracht is, waar “de stad”, ondanks de claim dat de wetenschap “naar de stad” komt, toch wordt geacht als toeschouwers naar te luisteren.
Waarom wringt dat? Nou, omdat daarmee als neutrale vanzelfsprekendheid wordt voorgesteld wat niet neutraal is. Sterker nog, een platform zoals de Rotterdam-lezing kan, ondanks alle geweldig goede intenties die er vanuit de organisatie en sprekers vast achter zitten, juist het idee versterken dat “de stad” dankbaar moet zijn dat wetenschappers van de Erasmus Universiteit hun kostbare denk-energie en individuele genialiteit willen inzetten om de stad te onderwijzen. Om Rotterdam te verbeteren. En om Rotterdam zelfs te redden.
Het idee dat de universiteit Rotterdam kan redden zien we vooral terug ten aanzien van Rotterdam-Zuid. Want laten zien dat je als universiteit meer bent dan een “ivoren toren”, dat gebeurt steeds vaker door “Zuid” te redden. Door beter beleid. Door slimmere interventies. Door beter gedrag. Vaak wordt dan geclaimd dat “Zuid” niet zozeer beschermd hoeft te worden tegen de bureaucratie van gemeentelijke instanties, tegen racistische woonbeleid, tegen hongerige woningcorporaties, tegen de sporen van de Rotterdam-wet, tegen nieuw geplande prestigieuze hoogbouw of tegen surveillance-technologie. Nee, vooral moet “Zuid” tegen zichzelf beschermd worden. Door weerbaarder te worden. Ondernemender te zijn. Gezonder te leven. Flexibel te zijn.

In die zin is er veel wetenschappelijk onderzoek, of pogingen van de universiteit om impact te maken, dus al gebaseerd op een lezing van Rotterdam-Zuid. Wat kunnen “wij” nou eigenlijk doen om dat tij te keren? Wie zijn dan die “wij”? En kunnen we het idee van de Rotterdam-lezing “claimen”, en het vertalen naar de Rotterdam-Zuid lezing, waarin niet het grote gelijk van één individu, maar de verbeeldingskracht van een collectief wordt aangeboord? Een verbeeldingskracht die niet langer accepteert dat “Zuid” wordt gereduceerd tot een of twee bijzinnen in een wetenschappelijk artikel. Dat bewoners en initiatieven op “Zuid” geacht worden hun briljante geesten en tijd gratis en dankbaar in te zetten om de impact-carrière van wetenschappers te laten floreren? Dat “Zuid” niet meer kan zijn dan een probleemgebied en het daardoor als canvas gebruikt mag worden voor roekeloos experimenteren vanuit gemeentelijke en wetenschappelijke instellingen. Zou dat werken, de Rotterdam-Zuid lezing? Kan de logica en datahonger van de universiteit worden gestild wanneer we de gereedschappen van de universiteit gaan spiegelen?
Dat kan alleen als we erkennen dat die gereedschappen niet meer aansluiten. Pas dan kunnen we ze kritisch ontleden en gezamenlijk herzien. De gereedschappen van de universiteit zijn namelijk gevormd door systemen die meten, wegen en definiëren volgens logica’s die niet altijd de onze zijn. Door deze gereedschappen te spiegelen, leggen we bloot wat ze veronderstellen, wat ze vergeten, en wie ze dienen. Pas dan kunnen we samen nieuwe gereedschappen/instrumenten ontwerpen: geworteld in gemeenschap, gevoed door ervaring, en gericht op gelijkwaardigheid. Kennis ontstaat niet in afzondering maar in ontmoeting. Kennis leeft in de relatie tussen wie vraagt en wie vertelt tussen wie onderzoekt en wie ervaart.

Taal is een gereedschap dat verbindt of vervreemdt. De woorden waarmee onderzoekers spreken over Rotterdam-Zuid zijn vaak gevormd buiten onze leefwereld. Ze spreken van doelgroepen, interventies, achterstanden en risico’s woorden die ons reduceren tot probleemvelden in plaats van mensen met dromen, waarden en verhalen. Maar onze werkelijkheid vraagt om een andere taal. Een taal die luistert en die zich laat vormen door ontmoeting. Een taal die niet alleen analyseert, maar ook erkent. Want pas als de taal verandert, kan het gesprek/de verandering /omslag werkelijk beginnen.

De termen onderzoeker en doelgroep creëren vanaf het begin al een ongelijkwaardige verhouding/relatie. Ze plaatsen de universiteit in de positie van de vrager, de denker, de maker en de gemeenschap in de rol van object, van bron, van casus. Maar wij zijn geen doelgroep. Wij zijn mensen met verhalen, met kennis, zeggenschap en zelfbeschikking. Het is daarom noodzakelijk dat onderzoekers kritisch reflecteren op hun taal, hun houding en hun methodes niet pas tijdens het onderzoek, maar al vóór het eerste contact. Want ongelijkwaardigheid begint bij de definitie.
En hoe schrijven “we” zoiets als collectief?
Wij, de mensen van Rotterdam-Zuid, weigeren nog langer gevangen te blijven in het verhaal dat over ons geschreven wordt. Wij zijn niet de “achterstandswijk”, wij zijn geen statistieken, geen probleemgebied en geen decor voor de impact agenda van instituties. Wij zijn een gemeenschap met een rijke geschiedenis, met creativiteit, kracht en dromen. Onze verbeeldingskracht is radicaal omdat wij geen genoegen nemen met cosmetische oplossingen. Ons vertrekpunt is vanuit fundamentele waarden: radicale gelijkwaardigheid, solidariteit, inclusiviteit en gemeenschapszin.
Radicale verbeeldingskracht betekent dat wij ons een Rotterdam voorstellen waarin ieder mens ertoe doet en waarin systemen ons niet langer klein houden. Het betekent dat we voorbij de logica van het marktdenken durven dromen. Wij dromen niet alleen, wij zetten stappen om die dromen realiteit te maken. Want wij weten: mensen worden niet kwetsbaar geboren, maar kwetsbaar gemaakt door beleid dat bijvoorbeeld verhuurders al decennia toestaat om huurders uit te persen, door institutioneel racisme bij politie en belastingdienst, door vernedering op de sportvelden, door ongelijkheid in het onderwijs en door een overheid die gezinnen kapot maakt met toeslagen en regels.

Deze ervaringen hebben een kloof geslagen tussen ons en de instituties die beweren voor ons te werken. Die kloof groeit zolang beleid vóór ons gemaakt wordt in plaats van dóór ons. Zolang instituties als de Erasmus Universiteit voor ons denken. Zolang wij slechts “de doelgroep” blijven en niet de mede-beslissers. Het is tijd dat die logica radicaal kantelt: de zeggenschap moet terug naar de mensen. De zeggenschap over onderzoek en over data. Samen de problemen analyseren en samen de oplossingen bedenken en uitvoeren.
Wij geloven dat voor ieder probleem de gemeenschap de oplossing is. Waar systemen ons verdelen, verbinden wij. Waar instituties wantrouwen, bouwen wij vertrouwen. Waar men ons klein houdt, stellen wij ons radicaal voor hoe groot en rechtvaardig ons Rotterdam kan én moet zijn.
De Rotterdam-Zuid Lezing kan dan geen lezing van bovenaf zijn, maar een collectieve stem van onderop. Een podium waar onze radicale verbeeldingskracht niet wordt ingeperkt of gebruikt, maar wordt erkend en gevierd. Want wij zijn Rotterdam, en het is tijd dat de stad niet langer over ons praat, maar mét ons handelt in de wijken, in de buurten en in de straten.
In de geschiedenis wordt Rotterdam vooral gezien als een arbeidersstad en kwam je uit Rotterdam werd je vaak gezien als niet meer dan een arbeider. Terwijl er in een mens zoveel meer zit als alleen waar je vandaan komt. Ieder mens hoort de mogelijkheden te hebben om vanuit het overleven naar het streven te gaan en zulke kansen horen in Rotterdam-Zuid vooral gegeven te worden. Niet door druk van bovenaf, maar door kansen van de bewoners zelf te gaan benutten.
Alle mensen hebben hun kennis en ervaringen, hun schaduwen, maar ook hun ochtendlicht. In plaats van dit oneindig te onderzoeken, laten we dit eens durven in te zetten. Laten we eens samen die ochtend zien in iedereen. We zijn allemaal van vlees en bloed, maar ook met ongekende potentie. Waarom zou het een verschil moeten maken met waar we vandaan komen? Of welk papiertje we hebben? Er zijn meer dan genoeg succesvolle ondernemers op Rotterdam Zuid die niet hebben genoten van een hoge opleiding!
In ieder mens zit de potentie tot grootheid, alleen moeten we samen nieuwe fundamenten leggen om ieders potentie tot zijn recht te laten komen. Onze systemen zijn eigenlijk gemaakt om voorbij onze grenzen te gaan en collectief meer te bereiken dan dat we in ons eentje zouden kunnen, niet om te flitsen met status van onszelf of promotie te maken, maar om werkelijk het geheel verder te brengen.
Deze Rotterdam-Zuid Lezing is een lezing waarbij u door onze bril naar de grootheid van Zuid en de ongekende potentie die het bezit mag aanschouwen. Wij weten hoe wij elkaar verder brengen. Waar de kansen en mogelijkheden zitten én waar wij al sterk in zijn.


Rotterdam Zuid is als een tuin die, ondanks harde grond - en weinig zon, toch blijft bloeien. Zuid laat zien dat waar systemen tekortschieten of onderzoeken ons onbedoeld framen, blamen én shamen, in staat is voor zichzelf te gaan staan. Door zelf initiatief te nemen, door onszelf te organiseren, door compassie gedreven in actie voor de ander te komen: medemenselijkheid, de boventoon voert in alles wat we zijn en doen.

We zijn niet langer een verzameling van losse stemmen, maar een koor dat klinkt vanuit de straten, de huizen en de harten van onze wijken. Hier schuilt geen onafhankelijkheid, maar verantwoordelijkheid, eigenaarschap. Want in de kracht van verbondenheid vanuit een betrokken gemeenschap waar wij zelf voor elkaar verantwoordelijkheid nemen - ligt de sleutel van gelijkheid en bouwen wij zelf aan een fundament voor een toekomst waarin kinderen wél mogen dromen, jongeren kansen krijgen en ouderen met waardigheid zullen leven. Zuid is wellicht financieel arm maar rijk aan liefde, betrokkenheid, talent en veerkracht. Een ware bron van creativiteit, solidariteit en doorzettingsvermogen want wij, wij zijn ons bewust:
Een ieder van ons is gelijk!

Het is tijd dat dit wordt erkend en tevens een uitnodiging, om niet vanuit bovenaf bepaalde structuren voor ons te bepalen, beleid te maken.. Maar door samen op basis van behoeften van Rotterdammers - te bouwen aan een fundament dat stevig genoeg is om generaties lang te dragen.

Is deze Rotterdam-Zuid Lezing een uitnodiging tot dialoog, of een opstap naar nieuw onderzoek dat ons opnieuw reduceert tot onderwerp? Een werkelijke omslag vraagt om meer dan goede bedoelingen. Het vraagt om reflectieve technieken die onderzoekers dwingen hun eigen aannames en perspectieven te bevragen voordat ze de wijk betreden, en ook daarna. Want onderzoeksmoeheid ontstaat niet vanzelf. Ze is het gevolg van herhaalde eenrichtingsverzameling zonder erkenning, zonder terugkoppeling, zonder opbouw van relatie.
Als deze reflectie leidt tot verandering in houding, taal en methodes dan pas kan er sprake zijn van een lezing die luistert in plaats van zendt. Een lezing die niet begint bij de onderzoeksvraag, maar bij de gemeenschap/de mensen.


Wie zou er dan luisteren? Is de wetenschap flexibel genoeg om het spel mee te spelen als de spelregels gespiegeld zijn?
Wat als de mensen van Rotterdam-Zuid, de universiteit gingen onderzoeken zoals zij Zuid onderzoekt? Zouden zij dan ook luisteren naar onze bevindingen, of zouden ze onze woorden wegwuiven als 'anekdotisch' of 'niet representatief'? Want terwijl de wetenschap ons reduceert tot doelgroepen en statistieken, zien wij hoe diezelfde wetenschap haar eigen mensen behandelt. Wij zien promovendi die voor een te laag loon jarenlang onderzoek doen zonder zekerheid. Wij zien de postdocs die van tijdelijk contract naar tijdelijk contract springen, zonder perspectief op vast werk. Wij zien de schoonmakers, de beveiligers, de kantinemedewerkers (vaak woonachtig in Zuid) die niet in dienst zijn bij de Universiteit, maar bij uitzendbureaus of andere bedrijven die grote winsten maken over de rug van hun medewerkers. Waarom niet besluiten om een positive societal impact te maken door alle facilitaire medewerkers een vast contract te geven bij de Universiteit zelf, met arbeidsvoorwaarden die nodig zijn om een goed leven op te hebben?
Annet
Wat zou er gebeuren als wij een onderzoek zouden starten naar de precaire arbeidsomstandigheden aan de Erasmus Universiteit? Als wij de stress, de burn-outs, de mentale druk in kaart zouden brengen? Als wij zouden onderzoeken hoe het universiteitssysteem zijn eigen mensen kwetsbaar maakt door competitie boven samenwerking te stellen, door individuele excellentie te verheerlijken terwijl collectieve zorg wordt wegbezuinigd? Zouden zij dan bereid zijn te ontmantelen om onze aanbevelingen op te volgen? Zouden zij hun eigen systemen durven veranderen zoals zij van ons verwachten dat wij 'veranderen'?
Misschien zouden we er allemaal veel meer aan hebben als de universiteit eerst eens grondig zichzelf ging onderzoeken. Als zij zou erkennen dat kennis niet neutraal is, maar gevormd wordt door wie er aan de tafel zit en wie er wordt buitengesloten. Als zij zou onderzoeken waarom diversiteit en inclusie nog steeds buzzwoorden blijven in plaats van werkelijkheid. Want zolang de universiteit zichzelf niet durft te bevragen, blijft elke vorm van 'gemeenschapsgerichte wetenschap' een vorm van kolonisatie, goedbedoeld misschien, maar nog altijd gebaseerd op de veronderstelling dat wij het probleem zijn en zij de oplossing hebben.
Dus beste lezer/luisteraar, probeer het eens. Voor ons is het al heel lang de normaalste zaak van de wereld; nederigheid inzetten als kracht. Een kwaliteit die zichtbaar wordt in dienstbaarheid. Dienstbaarheid aan onze omgeving, onze buren, onze kinderen, onze ondernemers, onze collega’s, onze stad en ja dus ook aan jullie. Want eerlijk, hoe lang denk je dat we ons nog laten meeslepen door holle termen en steeds weer dezelfde visies die vooral mooi klinken? Het is tijd om structuren, buzzwoorden en overtuigingen te kantelen en opnieuw te waarderen. Genoeg is genoeg. De vraag is niet óf het moet maar of je de moed hebt om met ons mee te doen!

status updates